Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Resch.] [116]Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand is [117]beroerd, mijn hart [118]heeft zich omgekeerd in het binnenste van mij, want [119]ik ben zeer wederspannig geweest; van buiten heeft [mij] [120]het zwaard van kinderen beroofd, [121]van binnen is als de dood. 116. Zie mij aan met uw barmhartige ogen. 117. Of, omgeroerd, of bemodderd, of werpt drek op, gelijk een water dat omgeroerd wordt; zie Job 16:16; Ps.46:4. 118. Van benauwdheid ligt mijn hart in mij en rolt, omdat ik zo grotelijks gerebelleerd heb tegen den Heere mijnen God. 119. Hebreeuws, wederspannig zijnde ben ik wederspannig geweest. 120. Zie Deut.32:25; Jer.14:18, en Jer.15:7, en Jer.18:21. 121. Of, binnenshuis is als de dood; of is de dood zelf. Hebreeuws, in het huis.